Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

plooivleugeligen

betekenis & definitie

m. (mv.), Strepsiptera, een kleine orde uit de stam van insekten, met volkomen gedaanteverwisseling.

(e) Plooivleugeligen hebben sterk gereduceerde monddelen die niet meer functioneren, rudimentaire voorvleugels en brede, waaiervormig geaderde achtervleugels die plooibaar zijn. Zij parasiteren in andere insekten. Het meest bekend is Stylops; mannetje 4 mm lang, met grote, uitpuilende ogen; zwart met witte of gedeeltelijk zwarte vleugels. Het wijfje wordt tot 7 mm lang; is madevormig, vleugelloos, verschilt weinig van de larve. De mannetjes leven slechts enkele uren, om te paren; zij zijn veel talrijker dan de wijfjes. Deze leven op vliesvleugelige insekten; zij steken met het voorste deel van hun lichaam uit tussen de lichaamsringen van hun gastheer en zijn levendbarend.

De larven lopen op de gastheer rond. In het nest van de gastheer verlaten de larven hem om zich in zijn larven in te boren en zich daar verder te ontwikkelen. De geïnfecteerde larven sterven niet, maar ontwikkelen zich tot normale imago’s. De larven van Stylops groeien en worden volwassen; zij boren zich dan tussen twee achterlijfsringen aan de rugzijde van de gastheer naar buiten. Een vrouwelijke larve gaat direct, zonder zich te verpoppen, over in de imago en blijft in de laatste larvenhuid zitten; de mannelijke larve daarentegen verpopt in de laatste larvenhuid en levert een imago met vleugels. Niet alle plooivleugeligen zijn exclusieve parasieten; er komen ook vrijlevende soorten voor.

< >