Ringvormige galactische nevel. In de kleine kijkers worden deze objecten meestal waargenomen als lichte schijfjes, die aan planeten doen denken.
In het centrum van de gasring komt meestal een hete ster voor (oppervlaktetemperaturen 30.000-150.000 K). De hete ster straalt vooral in het ultraviolet. Het gas van de nevel absorbeert deze straling en zet die om in zichtbaar licht. Planetaire nevels zijn waarschijnlijk een normaal stadium in de evolutie van lichte sterren; nadat de ster in het rode-reuzenstadium is gekomen, blaast zij een deel van haar atmosfeer weg en evolueert verder naar het witte-dwergstadium. De uitgestoten gasschil expandeert met een snelheid van 20-50 km/s. In het Hertzsprung-Russeldiagram komen de planetaire nevels voor in het gebied tussen de heldere hete sterren en de witte dwergen. Een voorbeeld van een planetaire nevel is de Ringnevel in de Lier.