Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Pitt, (graaf)

betekenis & definitie

William, de Oude, eerste graaf van Chatham (1776), bijg. The great commoner, Engels staatsman, *15 november 1708 te Westminster, ♱11 mei 1778 Hayes (Kent).

Na studies te Eton, Oxford en Utrecht werd Pitt in 1735 Lagerhuislid voor Old-Sarum; hij verzette zich fel tegen Walpole’s vredespolitiek. Hij veroordeelde Engelse deelname aan de Oostenrijkse Successieoorlog (1740—48) als ingegeven door de Hannoverse belangen van George II. Van 1746—55 was hij betaalmeester van het leger en in 1756 lid van het Ministerie-Devonshire.Hij nam in 1757 als minister van Oorlog de leiding in het kabinet-Newcastle, regeorganiseerde leger en vloot voor de Zevenjarige Oorlog (1756—63), subsidieerde Pruisen tegen Frankrijk en richtte zich op verovering van Frans koloniaal gebied. Ondanks het succes van deze politiek werd hij in 1761 vervangen, vnl. door toedoen van George in, die hem in 1766 moest terugroepen. Maar Pitt was sterk verzwakt en moest in 1768 zijn functie neerleggen. In het Hogerhuis bepleitte hij matiging tegenover de Amerikaanse kolonisten, maar hij verzette zich tegen hun afscheiding.

LITT. B.Williams, W.Pitt (2 dln. 1913; herdr. 1968); O.Sherrard, Lord Chatham (3 dln. 1952—58); J.H.Plumb, Chatham (1953); J.Brooke, The Chatham administration (1956); J.H.Plumb, Chatham (1965).

< >