v./m. (-en), een geschenk bij de doop aan de jonggeborene.
Als pillegift plachten vorstenkinderen in een gouden doos een rentebrief te ontvangen. Stadhouder Willem II kreeg van de Staten-Generaal een jaarlijkse rente van f 8000, van de Staten van Holland een van f 600. Ook schonken aanzienlijken zilveren voorwerpen; de burgerij gaf merendeels kleding. Vaak werd een medaille of vierkante penning geschonken, al of niet aan een ketting, die als familiestuk van de een op de ander overging. In West-Vlaanderen wordt de pillegift door de peter of meter bij doop, huwelijk of testament gegeven.