Filip de, Vlaams letterkundige, *25.3.1891 Hamme, †7.8.1962 Gent. Pillecyn was soldaat in de Eerste Wereldoorlog, daarna was hij werkzaam in de journalistiek.
Hij promoveerde in 1926 te Leuven in de Germaanse filologie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij directeur-generaal van het Ministerie van Onderwijs. Naast litteraire studiën en populaire biografieën schreef hij ook scheppend proza van betekenis. Zijn beste romans getuigen van scherp psychologisch inzicht en zijn gesteld in een sobere en toch suggestieve taal, die vooral uitmunt in het weergeven van weemoedige, geheimzinnige of zwoele stemmingen. Werken: H. Verriest (1926), De rit (1927; novelle), Blauwbaard (1931; roman), Stijn Streuvels en zijn werk (1932), Hans van Malmedy (1935; roman), Monsieur Hawarden (1935; novelle; verfilmd, 1969), Schaduwen (1937; novellen), De soldaat Johan (1939; roman), Mensen achter den dijk (1949; roman), De veerman en de jonkvrouw (1950; roman), Verz. werk (4 dln. 1959–61).
LITT. A.van Wilderode, F.de Pillecyn (1960).