v. (-en), verwonding aan de pees. Peesaandoeningen zijn veelal het directe gevolg van een ongeval, maar kunnen ook geleidelijk ontstaan door ontstekingsprocessen of degeneratieve veranderingen van het bindweefsel waaruit pezen en peesscheden zijn opgebouwd.
Zo kan als gevolg van een ongeval een peesruptuur ontstaan, waarbij een pees volledig of grotendeels is doorgescheurd of de aanhechtingsplaats van een pees aan een bot is afgescheurd, wat leidt tot bewegingsbeperking.De behandeling bestaat in de regel uit het hechten van de ruptuur om ontstaan van littekenweefsel te voorkomen. Ook kunnen pezen worden verlengd, verkort, verlegd of elders in het lichaam worden gebruikt, b.v. ter verbetering van houdingsafwijkingen. Peesschedeontstekingen (o.a. in de pols of aan de hiel) ontstaan veelal door chronische irritatie of overbelasting, of door een reumatisch proces. In het algemeen is tijdelijke volledige rust noodzakelijk om hierin verandering te brengen; soms (o.a. wanneer vernauwde peesschede overblijft) kan ook operatieve behandeling nodig zijn. Degeneratieve veranderingen van het peesweefsel kunnen aanleiding zijn tot plaatselijke verdikkingen van een pees of vernauwingen van een peeskoker, waardoor zwelling optreedt. Zo’n peesschedevernauwing komt nogal eens voor bij de buigpezen in de hand, waardoor een gebogen vinger niet meer gestrekt kan worden. Een korte lengtesnede in het nauwe deel van de buigpeesschede is voldoende voor direct en volledig functieherstel.