hoofdstad van Suriname, op de linkeroever van de Suriname Rivier, 25 km vanaf de monding, 102000 inw. (Groot-Paramaribo 196000 inw.). De stad is gebouwd op schelpenritsen, in de kustvlakte.
Paramaribo is regeringszetel (sterke centralisatie) en cultureel centrum (o.a. schouwburg); universiteit, scholen voor voortgezet onderwijs, ziekenhuizen. De oudste kern is Fort Zeelandia (1667). De straten zijn in rechthoekig patroon aangelegd. Aan het Onafhankelijkheids Plein staan het Paleis van de President (1834) en departementale gebouwen (19e eeuw). De Waterkant heeft fraaie huizen, veel kerken hebben hun oude stijl behouden, maar veel houten huizen zijn door stenen gebouwen vervangen. Het centrum verliest zijn betekenis als woonfunctie; in het zuidwesten, westen en noorden zijn nieuwe villawijken verrezen.
De industrie heeft nationaal verzorgende bedrijven: cement, papier, textiel, levensmiddelen, schoenen, sigaretten. Metaalen houtbedrijven werken voor de export. De haven heeft vijf kaden en handelt vrijwel alle Surinaamse im-en export af (met uitzondering van de bauxiet).