v./m. (-n),
1. opperhoofd, aanvoerder;
(eertijds) officier in het algemeen; (later) commandant van een regiment, kolonel; (thans) Ned.
aanspreektitel voor een luitenant-kolonel;
2. hoofd
van een geestelijke vereniging; hoofd van een klooster;
3. (gew.) meerdere.