bw.,
1. (zeilvaart) gaan, wenden, over een andere boeg gaan; smijten, werpen, snel wenden en tegen de wind in houden; vallen, raken, de wind van voren krijgen;
2. (oneig.) iemand werpen, hem van mening doen veranderen, omver praten; (ook) de mond stoppen; iemand helpen, de voet lichten; gaan, een andere mening, een andere partij gaan aanhangen.