(stookte op, heeft opgestookt),
1. sterker doen branden: het vuur opstoken;
2. stokend verbruiken, verstoken: al het hout opstoken;
3. ophitsen, opruien;
4.(gew.) vóórzeggen, influisteren.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
(stookte op, heeft opgestookt),
1. sterker doen branden: het vuur opstoken;
2. stokend verbruiken, verstoken: al het hout opstoken;
3. ophitsen, opruien;
4.(gew.) vóórzeggen, influisteren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: