(steef op, heeft en is opgesteven),
I.overg.)
1. opnieuw stijf maken;
2. (bouwkunde) dwarsverbindingen aanbrengen in slank opgaande constructies, b.v. in torens;
II. (onoverg.)
1. stijf worden: die pudding begint al op te stijven; het metselwerk moet eerst opstijven, hard worden;
2. (van de wind) in hevigheid toenemen.