[Gr. opisto, van achteren, tonus, spanning], v./m., tonische kramp, d.w.z. lang aanhoudende onwillekeurige spiercontractie van de rugspieren die tot een achterwaartse buiging van de romp en nek leidt.
Opisthotonus komt vaak voor bij hersenvliesontsteking (nekstijfheid), maar ook bij tetanus en strychninevergiftiging. Voorts ook bij hysterie en catatonie, een bepaalde vorm van schizofrenie. Bij deze laatste ziekte kan het voorkomen dat een patiënt de spierenergie kan opbrengen om dagen en nachten achtereen in bed te liggen, daarbij alleen steunend op zijn hielen en zijn achterhoofd.