Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Oosten, Abraham Jan Daniël van

betekenis & definitie

Ned. letterkundige, *12.11.1898 Delft, ♱23.1.1969 Rotterdam. Van Oosten was autodidact en behoorde als dichter tot de Jong-Protestanten.

In 1931 werd hij roomskatholiek en sloot hij zich aan bij de groep rond De-Gemeenschap, waarvan hij van 1934-39 secretaris was. Van Oosten debuteerde in 1929 met Hts master’s voice, gevolgd door andere dichtbundels met satirische en hekeldichten. Daarnaast schreef hij polemisch en kritisch werk, novellen en romans. Werken: poëzie: His master’s voice (1929), De intocht (1930), De wonderlijke weg (1932), Tijd der noden (1934), Schip en vrouw (1937), Vuursteen (1940), Klein carnaval (1945).

< >