o. (-en),
1. middel dat men in de oorlog gebruikt om een bepaald doel te bereiken;
2. datgene waardoor men in staat gesteld wordt oorlog te voeren, m.n. geld.
De term oorlogsmiddelen werd na de Tweede Wereldoorlog vooral actueel in verband met het al dan niet wenselijke of mogelijke van het gebruik van zeer wrede of vernietigende strijdmiddelen (strijdgassen, atoombommen e.d.). chemische en biologische wapens, kernenergie, kernwapen,