bn. en bw. (-der, -st),
1. niet kunnende gezien worden, hetzij als blijvende eigenschap of door de omstandigheden: de komeet is voor het blote oog onzichtbaar; (oneig.) blijven, (van pers.) zich niet vertonen;
2. zo dat het niet te onderscheiden is: een scheur stoppen; na de behandeling is de vlek onzichtbaar geworden.