v., het achterblijven in groei van de zich in de baarmoeder ontwikkelende vrucht.
(e) Bij onderontwikkeling ten gevolge van ondervoeding is er een te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap. Bij 28 weken weegt de vrucht 1000 g en neemt daarna ongeveer 200 g per week in gewicht toe, tot 3400 g bij 40 weken. Wordt een kind voldragen geboren bij 40 weken en weegt het 2200 g, dan spreekt men van onderontwikkeling. Direct na de geboorte moet het bloedsuikergehalte van het kinderlijk bloed worden gecontroleerd. Bij een te laag bloedsuikergehalte kan hersenbeschadiging optreden; tijdig dient suiker toegediend te worden.