v. (-s), (ook: investeringspremie), premie van een overheid ter stimulering van investeringen van industriële en stuwende dienstverlenende bedrijven in bepaalde delen van het land.
(e) In Nederland bestaat de ondernemingspremie voornamelijk uit een eenmalige bijdrage in de kosten van nieuwe investeringen in vaste activa. Naast een bepaald percentage van de kosten van deze investeringen wordt ook ter stimulering van de werkgelegenheid een bepaald bedrag per bezette arbeidsplaats als premie verleend.
Ook in België worden door de overheid premies toegekend met het oog op het stimuleren van de investeringen en van de werkgelegenheid. Dit gebeurt o.m. op grond van de →economische-expansiewetgeving. Bij de aanvang werd vooral de nadruk gelegd op de rentesubsidie waardoor indirect het aangaan van leningen werd aangemoedigd. In 1959 ontstond de kapitaaltoelage die de eigen inspanning van de onderneming trachtte te bevorderen. Sinds 1966 werd door de overheid steeds meer de kapitaalpremie gepropageerd. In 1975 trad de arbeidsplaatspremie als compensatie voor de relatief grote tewerkstelling bij geringe investeringen in werking.
