v., 1. ongeschiktheid voor dat waartoe men bestemd is, onbruikbaarheid voor beroep, betrekkingen enz.
(e): tonen, aan den dag leggen; 2. (recht) gemis van het vereiste om een rechtshandeling te verrichten: tot het aangaan van overeenkomsten,→handelingsbekwaamheid.
9e) Ernstige onbekwaamheid kan in Nederland en België een →dringende reden zijn, die de werkgever het recht geeft onmiddellijk aan de dienstbetrekking een einde te maken.