m. (-s), Tringa hypoleucos, een vogelsoort uit de familie strandlopers.
(e) De oeverloper is 20 cm lang en is herkenbaar aan de donker-olijfbruine bovendelen, die in de zomer zwak zwart gevlekt zijn, en aan de grijze keel en witte onderdelen. Hij heeft een karakteristieke roep en vlucht; wipt voortdurend met kop en staart. Deze soort voedt zich met allerlei insekten, schaaldieren en wormen; nestelt langs oevers van stromen en beken. Het broedgebied van deze vogel omvat Noorden Midden-Eurazië; hij overwintert tot ver ten zuiden van de evenaar. In Nederland en België een toevallige broedvogel en doortrekker in vrij groot aantal van begin juli tot in okt., en van begin april tot begin juni. In Noord-Amerika komt de zeer verwante Amerikaanse oeverloper, Tringa macularia, voor. Deze soort is zowel in Nederland als in België waargenomen.