Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zomer

betekenis & definitie

m. (-s),

1. het jaargetijde waarin gemiddeld de hoogste temperaturen voorkomen: van de —, in de komende of de afgelopen zomer; wij hebben een late —, de zomerwarmte komt laat; een lange hete —, met politieke woelingen;
2. zomers weer: wij hebben nog niet veel — gehad;
3. (fig.) bloeitijd: hij stierf in de — van zijn leven.

< >