Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

oes'ters

betekenis & definitie

v./m. (mv.), Ostreidae, een familie van weekdieren, behorend tot de orde tweekleppigen. (e) Tot de familie oesters behoren de waardevolste eetbare weekdieren. De linkerschelpklep van de oester is bol, de rechterklep afgeplat.

De schelp wordt gesloten door middel van het ligament en de krachtige sluitspier. Deze spier vormt een belangrijk deel van het eetbare gedeelte van de oester. De mantellappen en kieuwen, de zgn. baard, worden in Nederland en België niet gegeten. De bruine middendarmklier is rijk aan glycogeen; de voet is gereduceerd. Het microscopisch fijne voedsel bestaat grotendeels uit bodemdiatomeeën. Oesters zijn protandrisch hermafrodiet, d.w.z. in het tweede jaar worden eerst spermacellen en daarna eicellen afgezet.

Oesters zijn meestal om het jaar mannelijk of vrouwelijk; in warmere zeeën treedt deze generatiewisseling vaker op. De bevruchting is inwendig: de vrij in het water geloosde spermatozoën worden door de instroomopening bij een ander individu naar binnen gezogen en bevruchten daar de uit de eileiders komende eicellen. De embryo’s blijven aanvankelijk in de mantelholte. In de zomer heeft de oester ‘broed in de baard’ (mei—aug.) en is dan oneetbaar. De embryo’s zijn eerst doorschijnend en vormen te zamen een melkachtige vloeistof (zgn. wit broed). Later vormt zich pigment (zgn. zwart broed), waarna de larven vrijkomen, enige dagen in het plankton leven, om zich vervolgens op een harde ondergrond (schelp, steen enz.) vast te zetten.Over de gehele wereld worden veel oesters gegeten; over het algemeen is het aantal eetbare oesters beperkt. In Amerika eet men de Amerikaanse oester, Crassostrea virginica, en in mindere mate de in Japan inheemse Crassostrea gigas, in Australië Crassostrea commercialis, en in Europa naast de inheemse oester, Ostrea edulis, ook de Portugese oester, Crassostrea angulata. . LITT. C.M.Yonge, Oysters (1966).

< >