m./o., teersoort, die wordt verkregen door steenkool en bruinkool bij temperaturen van 450— 800 °C te verhitten.
(e) Bij de oerteerbereiding gebruikt men kool die niet voor de bereiding van metallurgische cokes geschikt is. De teer bevat veel benzinekoolwaterstoffen, naftenen en fenolen. De bij de hoogste temperatuur (800 °C) verkregen kwaliteit bevat door de plaats gehad hebbende kraking ook reeds aromaten en gaat dus in eigenschappen op de bij 1100 °C bereide hoge-temperatuurteer lijken.