o. (-en), brede geul die door smelten rivierwater voor het landijsgebied is ontstaan. (e) Van de eerst beschreven oerstroomdalen in de Noordduitse Laagvlakte werd verondersteld, dat zij door oudere rivierlopen gevormd waren. Door de oerstroomdalen kunnen zich door de landijsbedekking grote waterstromen hebben voortbewogen, omdat zij ook het vanuit het zuiden komende rivierwater naar zee moesten afvoeren.
In Nederland zijn de oerstroomdalen van de Rijn, Vecht en Hunze bekend, zich tijdens verschillende stadia van het Saalien hebben gevormd.