v./m. (-en),
1. smal en meestal diep water, smal kanaal waardoor een stroom zich een weg baant; (ook) het diepe gedeelte van een vaarwater, (of) een nauwe doorvaart tussen twee banken in zee;
2. smal afvoerkanaal voor vloeistoffen, greppel, goot;
3. niet diepe, min of meer halfronde gleuf (in vaste lichamen): een — voor elektrische kabels.