plantengeslacht uit de familie Palmae, met één soort, Nypa fruticans, die op brakke slikken in tropisch Zuidoost-Azië dichte bladwildernissen vormt. De rozetten van grote (tot ruim 8 m lange) bladeren zijn vrijwel grondstandig, op de einden van een vertakkend wortelstokstelsel, dat gewoonlijk ondergronds blijft.
Eenhuizig. De vruchtstanden zijn zo groot als een voetbal, kogelrond op een dikke steel, uit stompe, kegelvormige vruchten opgebouwd.