[Gr. nimfe, bruid, mania, razernij], v., erotomanie van de vrouw en van vrouwelijke dieren.
In de gangbare opvatting is een nymfomane een meisje of vrouw met (ziekelijk) verhoogde geslachtsdrift. De term ‘ziekelijk verhoogde geslachtsdrift’ berust op een misvatting, want hij suggereert dat deze vrouwen een teveel aan geslachtshormonen of iets dergelijks zouden hebben, terwijl op geen enkele wijze een afwijking kan worden vastgesteld. Een van de opvallendste eigenschappen van de nymfomane is haar onrust. Zij is vluchtig en kan geen bestendige relatie opbouwen. Zij is geen prostituée, maar zij heeft vaak-wisselende geslachtspartners. Zij heeft het image een ‘engel in bed’ te zijn, maar zij wordt nooit geïdentificeerd met ‘de hartstochtelijke vrouw’.
Bij het verifiëren van haar image blijkt zij anorgastisch, vaak veroorzaakt door een tekort aan vermogen om aansluiting te vinden bij de ander. Erotomanie van de man wordt satiriasis genoemd en is in wezen anders van structuur. Bij dieren komt nymfomanie speciaal bij vrouwelijke paarden voor als een chronische bronst, die zich uit in het zoeken van gezelschap van andere paarden, het zich daar tegen aandringen, dikwijls urineren en zenuwachtigheid. De oorzaak is dikwijls een cysteuze verandering van de eierstokken. Bij runderen komt nymfomanie ook voor en wordt dan brulziekte genoemd, die vaak leidt tot bandeloosheid.