negervolk in Nigeria, wonend in het gelijknamige vm. koninkrijk bij de samenvloeiing van de Kaduna en de Niger, ruim 1 mln. mensen. Hun rijk, dat reeds in de 13e eeuw vermeld wordt, beleefde in de 18e eeuw zijn grootste bloei.
In het begin van de 19e eeuw werd het onderworpen door de Fulani. Het rijk was verdeeld in vier bestuurlijke eenheden, met een feodale structuur. Het koningschap rouleerde binnen drie adellijke families. Er was een strakke hiërarchische statusdifferentiatie met verschillende sociale klassen. Nog steeds zijn de Nupe beroemd om hun glazen kralen, weefsels en koperen schalen. Zij hebben een sterk ontwikkeld gildewezen voor b.v. de smeden, kopersmeden en wevers.
Het grootste deel van de Nupe is moslim, hoewel vele oude godsdienstige gebruiken nog in zwang zijn. Er zijn vijf dialecten van het Nupe, dat een Kwa-taal is.
LITT. S.F.Nadel, A black Byzantium (1951); N. V.Smith, An outline grammar of Nupe (1967); S.F.Nadel, Nupe religion (1970).