Russisch danser en choreograaf, *28.2.1888 Kiev, †8.4.1950 Londen;broer van B.F.Nijinska. Nijinski trad sinds 1907 op als partner van A.Pavlova, M.Ksjessinska en O.Preobrajenska bij het keizerlijk ballet te Sint-Petersburg.
Sinds 1909 danste hij bij de Ballets Russes vanS.Diaghilev. Vooral in de balletten van M.Fokine (o.a. Les sylphides, Carnaval, Scheherazade, Le spectre de la rosé, Petroesjka) vierde hij triomfen. Op aandrang van Diaghilev schiep hij zelf de balletten L ’après-midi d’unfaune (1912), Jeux en Lesacre du printemps (beide 1913). Hij week in deze balletten sterk af van de academische traditie en liet zich inspireren door de ritmische gymnastiek van E.Jaques-Dalcroze. In 1913 huwde hij de Hongaarse danseres Romola de Pulska, wat een breuk met Diaghilev en de Ballets Russes ten gevolge had.
In 1916 nam hij nog aan een tournee van de Ballets Russes door de VS deel. Hij schiep hiervoor het ballet Till Eulenspiegel (1916). In 1919 werd hij krankzinnig.
LITT: R.Buckle, Nijinsky (1971).
