Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

nidana

betekenis & definitie

o. (-’s), in het boeddhisme elk van de twaalf oorzaken van bestaan, die tezamen een keten vormen.

Het begrijpen van de nidana’s lost volgens de boeddhistische leer de raadselachtigheid van het leven op. De boeddhisten leren als tweede van hun vier heilige waarheden, dat het lijden van de mens zijn oorzaak vindt in de begeerte en als derde, dat opheffing en vernietiging van de begeerte opheffen van het lijden betekent. De vragen waarop deze begeerte berust, worden in de tweedelige, positief en negatief geformuleerde paticcasamuppada (Pali; Sanskriet: pratityasamutpada, keten van oorzaken en gevolgen-in-de-vorm-van-ontstaan) beantwoord. Ieder deel daarvan bestaat uit twaalf leden. De meest voorkomende formulering luidt: Uit de onwetendheid omtrent het ware wezen van het Ik (1) ontstaan de krachten, die in het onderbewustzijn de wil prikkelen (2), waaruit het bewustzijn (3) ontstaat, uit welke kern van een nieuwe existentie in het moederlichaam zich ontwikkelt naam-en-lichamelijke gestalte (4), waaraan zich vormen de vijf zinnen en het denkorgaan (5), de zes gebieden waaruit de aanraking met de buitenwereld (6) ontstaat, die gewaarwordingen, indrukken (7) teweegbrengt, waaruit de dorst, begeerte (8) ontstaat, ten gevolge waarvan men naar aangename zaken streeft en onaangename tracht te vermijden; deze veroorzaakt het grijpen naar dat wat in het bereik der zintuigen valt, het zich hechten daaraan (9), waaruit ontstaat fysieke existentie (10), waaruit weer een nieuwe geboorte voortkomt (11), die ouderdom en dood, smart en vertwijfeling (12) teweegbrengt. Wordt de onwetendheid opgeheven, dan worden ook achtereenvolgens de andere leden opgeheven.

LITT.E.Frauwallner, Gesch. der ind. Philos. (1953; met litt.); D.Schlingloff, Die Religion des Buddha (1962-63).

< >