v. (-n, -s), nasodarynx of rhinofarynx, het bovenste deel van de keelholte, een ruimte die ligt achter de neusholte en reikt van de schedel tot het zachte gehemelte.
In de neuskeelholte monden de beide buizen van Eustachius uit (zie gehoororgaan). In het slijmvlies van de neuskeelholte vindt men ophopingen van lymfocyten, die de neus-en keelamandelen (amandelen, adenoïde vegetaties) vormen.