(Du.: Nürnberg), Westduitse stad in de deelstaat Beieren, aan de Pegnitz, 515000 inw. Na München is Neurenberg de belangrijkste industrieën handelsstad van Zuid-Duitsland, met omliggende plaatsen (m.n.
Fürth en Erlangen) één macro-economische eenheid. Al in de middeleeuwen was de stad bekend om haar ambachten. Van grote betekenis zijn de elektrotechnische, fijnmechanische, optische, machine-, potlood-en speelgoedindustrie, drukkerijen enz. De stad heeft een haven aan het Ludwigskanaal en een moderne luchthaven. Jaarlijkse internationale speelgoedbeurs. De oude stadskern is in de Tweede Wereldoorlog zwaar gehavend, al bleven de middeleeuwse wallen gespaard.
Vele gebouwen zijn hersteld, o.a. het Albrecht Dürerhaus (15e eeuw), de Sankt-Lorenzkirche (14e eeuw; houtsnijwerk van Veit Stoss) en de Sankt-Sebalduskirche (13e eeuw). Het raadhuis (14e eeuw) is gedeeltelijk bewaard gebleven. Het stadsbeeld wordt beheerst door het aan de noordzijde van de oude binnenstad hooggelegen slot, waarvan de oudste delen uit de 11e eeuw dateren. Neurenberg heeft diverse onderwijsinrichtingen (o.a. de economische faculteit van de universiteit Erlangen), verscheidene bibliotheken en musea, o.a. het Germanisches Museum; verder heeft men nog in het zuidoosten het park Luitpold: bron met vijver Dutzendteich en stadion. Als satellietstad werd Langwasser (36000 inw.) na de Tweede Wereldoorlog gebouwd.
GESCHIEDENIS
Neurenberg ontstond ca. 1040 als keizerlijke burcht, verwierf 1062 marktrecht en kreeg eind 12e eeuw het geslacht der Hohenzollerns als burggraaf. Hoewel Neurenberg in 1219 een vrije rijksstad werd, duurde het tot 1427 voor het stadsbestuur zich geheel van de Hohenzollerns geëmancipeerd had. De stad bloeide vooral in de 15e en 16e eeuw als stapelplaats in de handel tussen Noorden Zuid-Europa en als cultuurcentrum. Neurenberg ging in 1524 tot de Reformatie over en kreeg in 1633 een universiteit. Tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756—63) werd de stad door de Pruisen gebrandschat. Neurenberg kwam in 1806 aan Beieren.
In de 19e eeuw won het aan betekenis door de uitbreiding van zijn industrie. Vanaf 1927 (maar vooral sinds 1933) was Neurenberg het toneel van de jaarlijkse partijdagen van de nationaal-socialisten.
LITT: E.Kusch, Nürnberg, Lebensbild einer Stadt (4e dr. 1967); W.Schultheiss, Kleine Gesch. Nürnbergs (1966); G.Strauss, Nuremberg in the 16th cent. (1977).