Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

negrito

betekenis & definitie

[Sp., kleine neger], m. (-’s), pygmee die buiten Afrika leeft.

Negrito was de naam die door de Spanjaarden werd gegeven aan de oorspronkelijke bevolking van de Filippijnen, zoals de Aëta op Noord-Luzon. Daarna werd het een verzamelnaam voor alle dwergvolken in Azië en Oceanië, zoals de Semang van Malakka en de oorspronkelijke bevolking van de Andamanen; ook de dwergpapoea’s van NieuwGuinea worden er soms toe gerekend. Negrito’s hebben een geligbruine tot bijna zwarte (Andamanen) huidkleur, ze zijn zeer klein, minder dan 1,5 m en zeer snel; het haar is dik gekroesd, het hoofd rond, terwijl het brede gezicht met een tamelijk brede neus en dunne lippen trekken vertoont als die van de Australische inboorlingen. Hun talen zijn verwant aan het Maleis. Ze worden wel beschouwd als een overblijfsel van een oer-pre-mongolide populatie die vroeger in Zuidoost-Azië en Indonesië geleefd heeft; er is geen verwantschap met de negride bevolking van Afrika.

< >