o., zout van natrium en zwavel.
Er is een aantal natriumsulfiden bekend: het monosulfide (Na2S), het monosulfide-nonahydraat (Na2S.9H20), het tetrasulfide (Na2S4) en het pentasulfide (Na2S5).
Na2S wordt verkregen door natriumsulfaat met kool te gloeien. Door oplossen in water en omkristalliseren wordt een hydraat met 9H20 verkregen, als grote doorzichtige, kleurloze of zwak geel tot rood gekleurde tetragonale kristallen. De bereiding van natriumsulfide vormt een deel van het Leblanc-sodaproces (soda). De sulfiden met meer zwavel, de polysulfiden, kleuren in oplossing al naar het zwavelgehalte lichtgeel tot donkeroranje. Zij ontstaan o. a. door oplossen van zwavel in een oplossing van natriummonosulfide, waarbij zwavel kan worden opgenomen tot de samenstelling Na2S5. De polysulfiden zijn te beschouwen als complexe zouten van zwavelwaterstof.
Door verhitten van soda met zwavel ontstaat een onder de naam natronzwavellever bekend produkt, dat natriumpolysulfide en natriumthiosulfaat bevat. Natriumsulfide wordt op grote schaal gebezigd voor de bereiding van de zwavelkleurstoffen, in sommige elektrometallurgische processen (o.a. voor tin) en voor het ontharen van huiden in de lederlooierij.