term die vooral gebruikt wordt om de onafhankelijkheidsstrijd van inheemse elementen tegen buitenlandse, koloniale overheersing aan te duiden. Omdat vele van deze bewegingen zich tegen het Westen keerden, kwamen zij onder Russische of Chinese invloed, wat ertoe bijdroeg dat zij een ideologische mengeling van marxisme-leninisme en nationalisme ontwikkelden.
Het begrip kan echter breder worden gehanteerd, en omvat dan ook de beweging van minderheden die ernaar streven zich buiten de nationale staat waarin zij zijn opgenomen, te stellen (de Naga’s in India, Papoea’s in Indonesië, de inwoners van Eritrea in Ethiopië). Om zulke afscheidingstendensen tegen te gaan, heeft de Organisatie van Afrikaanse Eenheid besloten om de ex-koloniale grenzen van de lidstaten te bevriezen. Dit droeg sterk bij tot de nederlaag van separatistische bewegingen in Nigeria (Biafra) en Zaïre (Katanga). Ook afscheidingsbewegingen in westelijke landen kunnen zich als nationale bevrijdingsbeweging (b.v. Baskische terroristen in Spanje) aandienen. De militaire activiteiten van dergelijke organisaties worden door hen nationale bevrijdingsoorlogen genoemd, terrorisme.LITT. A.A.Iskenderow, Die nationale Befreiungsbewegung (1972); W.A.Veenhoven (red.), Case studies on human rights and fundamental freedoms (5 dln. 1975―76).