[Gr. Mykenai, Lat.
Mycene], stad in Griekenland (Peloponnesos), in het noordoosten van de vlakte van Argos, beroemd door haar acropolis (280 m hoog), die in de rug beveiligd wordt door twee hoge bergen en een ravijn. Sporen van bewoning zijn gevonden vanaf ca.2500 v.C. (na de inval der Dpriërs bleef Mykene bewoond tot 468 v.C., toen de stad verwoest werd door de Argiden). De ommuring van de burcht, die dateert van de 13e eeuw v.C. en is opgetrokken uit kolossale steenblokken, is zeer goed bewaard. De gemiddelde dikte van de muren is 6 m; de hoogst bewaarde muur is 8,25 m (oorspronkelijk ca. 12,50 m). De omtrek is ca. 900 m. Van de toegangspoorten is de y-Leeuwenpoort de beroemdste.
Het paleis zelf, op het hoogste punt van de acropolis, is slechts in grondplan bewaard, waarvan vooral het grote centrale megaron goed te zien is. Hier zou volgens de mythe Agamemnoon vermoord zijn door zijn vrouw Klytaimnestra en haar geliefde, Aigisthos. Mykeense beschaving.
LITT. H.Schliemann, Mykena (1878), G.E.Mylomas, Ancient Mycenae (1957); G.E.Mylonas, Mycene and the Mycenean age (1966); S.Marinatos, Kreta, Thera und das mykenische Hellas (1973).