Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Meyer (Conrad Ferdinand)

betekenis & definitie

Zwitsers schrijver, *11.10.1825 Zürich, ♰28.11.1898 Kilchberg. Meyer studeerde rechten te Zürich, later geschiedenis (o.a. bij L.Vuillemin) en esthetica.

Zijn neurasthenische aanleg heeft zijn ontwikkeling tot dichter aanvankelijk sterk geremd. Zijn lyriek is weinig direct, beschouwend en fijn van vorm. Ook als novellist begon hij laat te produceren. Zijn werk wordt gekenmerkt door een mengeling van realisme en idealisme en heeft vaak een geschiedkundige inhoud of achtergrond. Meyer zag de behandeling van historische onderwerpen als een middel om de moderne levensproblemen te ontvluchten. Na 1890 verzonk hij geheel in melancholie.

Werken: Zwanzig Balladen von einem Schweizer (1864), Huttens letzte Tage (1871), Engelberg (1872), Das Amulett (1873), Jürg Jenatsch (1876), Der Schuss von der Kanzel (1877), Der Heilige (1880), Gustav Adolfs Page (1882), Die Hochzeit des Mönchs (1884), Die Richterin (1885), Die Versuchung des Pescara ( 1887), Angela Borgia (1891). Uitgaven: Sämtliche Werke, door R. Faesi (4 dln. 1929), door H. Zeller en A. Zäch (15 dln. 1958-67), door H. Engelhard (2 dln. 1960), door E.

Laaths (2 dln. 1968); Gedichte, door H. Henel (1962).

LITT. R. Faesi, C.F. Meyer (1948); H. Henel, The poetry of C.F. Meyer (1954); L.Wiesmann, C.F.

Meyer (1958); W.D. Williams, The Stories of C.F. Meyer (1962); G. Brunet, C.F. Meyer et la nouvelle (1967); A.Zäch, C.F. Meyer, Dichtkunst als Befreiung aus Lebenshemmnissen (1973); D.A.

Jackson, C.F. Meyer in Selbstzeugnissen und Bilddokumenten (1975).

< >