Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Metz

betekenis & definitie

Franse stad, hoofdstad van het dep. Moselle, 110 000 inw.

Industrieel centrum: metallurgische industrie (m.n. ijzer), machinebouw, auto-onderdelen, aardolieraffinaderij, elektrotechnische en chemische industrie, confectie, voedingsmiddelen, bierbrouwerijen. Verder handel in agrarische produkten. Metz heeft een kern rond de kathedraal Saint-Etienne (gotisch, 13e-16e eeuw), met het stadhuis (18e eeuw), een grote bibliotheek en een museum (schilderijen en Gallo-Romeinse oudheden); de Porte des Allemands (13e—15e eeuw), Saint-Pierre-aux-Nonnains (deels 7e eeuw) en vele gotische huizen. In het oosten bij de Seille ligt een tweede kern met architectuur uit de 18e eeuw. Metz is een belangrijk administratief en cultureel centrum; hoofdstad van de planregio Lotharingen. In 1971 werd er een universiteit gesticht.

Verder heeft de stad een technische hogeschool en een vliegveld. Door de kanalisatie van de Moezel is de haven bereikbaar voor schepen tot 1500 t.

GESCHIEDENIS

In de oudheid was Metz resp. het Gallische Divodurum (godenburcht) en het Romeinse Mediomatricum. Metz werd in 870 Oostfrankisch (Duitse Rijk) en kreeg in de 13e eeuw de status van vrije rijksstad. Metz werd in 1552 Frans, en kreeg vooral betekenis als grensvesting. De stad was van 1871—1918 Duits.

< >