Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mendelssohn, Moses

betekenis & definitie

Duits filosoof, schrijver en politicus, *6.9.1729 Dessau, ♱4.1.1786 Berlijn. Mendelssohn was onderwijzer en later koopman.

Als filosoof was hij autodidact. Zijn Briefe über die Empfindungen (1755) legde mede de grondslag voor de Duitse esthetica. Lang vóór Kant, in wie hij later de grote vernieuwer op metafysisch terrein zou begroeten, stelde hij dat kunstgenot pas mogelijk is als de hartstocht zwijgt. In Phaedon (1767), zijn eerste belangrijke filosofische geschrift, trachtte hij de onsterfelijkheid van de menselijke ziel te bewijzen en zette hij uiteen dat de filosofie, luisterend naar het gezonde verstand, het geluk van de mens tot doel moet hebben. Zijn werken inspireerden Wilhelm Dohm tot het schrijven van Over de burgerlijke verbetering der joden (1781), waarmee de strijd voor de emancipatie van de joden werd ingeluid. Mendelssohn schreef daarop zijn beroemde Jerusalem (1783), waarin hij o.m. de tegenstelling geloof en wetenschap belichtte en zijn zienswijze gaf over de joodse wet.

Hij was bijzonder bevriend met Lessing die in Nathan der Weise Mendelssohns karaktertrekken weergeeft. Mendelssohn wilde als filosoof van de Verlichting de religie rationeel funderen. Hij geldt als de vader van de joodse emancipatie. Uitgaven: door G.B.Mendelssohn (7 dln. 1843—45); door I.Elbogen e.a. (16 dln. 1929 vlg.)

LITT. M.Kayserling, M.Mendelssohn (1888); L. M.Goldstein, M.Mendelssohn (1904); L.Richter, M.Mendelssohns Ästetik zwischen Aufklärung und Sturm und Drang (1948); J.Pinto, M.Mendelssohn ; O.F.Best, Mendelssohn, ästhetische Schriften (1974).

< >