Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

medisch tuchtrecht

betekenis & definitie

het disciplinaire recht in de sector van de gezondheidszorg met het doel, de falende deskundige door middel van een gedragcorrigerende maatregel te brengen tot een betere beroepsuitoefening.

Men onderscheidt medisch tuchtrecht uitgeoefend binnen de kring der beroepsbeoefenaars (intern medisch tuchtrecht) en medisch tuchtrecht dat van overheidswege wordt uitgeoefend (extern medisch tuchtrecht). Intern medisch tuchtrecht is verenigingstuchtrecht, uitgaande van de beroepsorganisaties van b.v. artsen, tandartsen en apothekers. De vakgenoten zelf vormen de rechtsprekende colleges (afdelingsraden) terwijl uitsluitend die deskundigen kunnen worden berecht die lid zijn van die organisatie. De gebruikelijke tuchtmaatregelen zijn: waarschuwing, berisping, boete, schorsing of schrapping als lid. De gronden voor een veroordeling zijn: het zich gedragen hebben in strijd met de eer en waardigheid van de stand, het ondermijnd hebben van het vertrouwen in de stand, het zich schuldig gemaakt hebben aan oncollegiaal optreden, het gehandeld hebben in strijd met de statuten of reglementen. Een klacht kan worden ingediend door iedere rechtstreekse betrokkene (b.v. de patiënt of een collega) en door het hoofdbestuur.

Bij het interne medisch tuchtrecht ligt het accent primair op de standseer, de waardigheid en de belangen van de stand en op het collegiale optreden. Het externe medisch tuchtrecht is geregeld in de Medische Tuchtwet en de Wet op de Paramedische Beroepen. In België is het medisch tuchtrecht geregeld in het KB nr. 79 van 10.11.1967 betreffende de Orde der Geneesheren, in werking getreden op 1.4.1969, en gevolgd door verscheidene uitvoeringsbesluiten.

Het medisch tuchtrecht wordt in eerste aanleg uitgeoefend door de provinciale raden van de Orde der Geneesheren. Zij waken over het naleven van de regelen van de medische plichtenleer en over de handhaving van de eer, de bescheidenheid, de eerlijkheid en de waardigheid van de leden. De provinciale raad van de Orde kan als sancties opleggen: waarschuwing, censuur, berisping, schorsing in het recht de geneeskunde uit te oefenen gedurende maximum twee jaar en schrapping van de lijst der Orde; de twee laatstvermelde sancties dienen genomen te worden met tweederde meerderheid. Tegen de beslissingen van de provinciale raden staat hoger beroep open bij twee raden van beroep (een Nederlandstalige en een Franstalige); zij hebben hun zetel in de Brusselse agglomeratie. Tegen hun tuchtbeslissingen is beroep in cassatie mogelijk.

De verplichtingen, waaraan alle artsen in België moeten voldoen, zijn vervat in de Code voor de medische plichtenleer, samengesteld door de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren. Een krachtens de wet van 10.11.1967 herziene code werd in nov. 1975 door de Orde aan de minister van Volksgezondheid overhandigd. Deze nieuwe code werd reeds vóór de publikatie het voorwerp van fundamentele kritiek, o.a. door de Werkgroep Gezondheidsvoorlichting en de Studie-en Adviesgroep voor de Hervorming van de Gezondheidszorg. Deze groepen publiceerden in 1975 een studie waarin zij m.n. wezen op het sociaal karakter van de relatie tussen arts en patiënt en op het monopoliseren door de Orde van de behandeling van disciplinaire kwesties en van de controle op de beroepsbekwaamheid. Begin 1976 werden ook van christelijke zijde bezwaren tegen de onvolledigheid, de vaagheid en de onnauwkeurigheid van de nieuwe code geuit.

< >