Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mantua

betekenis & definitie

(Ital.: Mantova). Italiaanse stad, hoofdstad van de gelijknamige prov. (2339 km², 415000 inw.), aan de Mincio, 67000 inw.

Mantua is een agrarisch en handelscentrum. Enige industrie: keramiek, papier, suikerwerk, vetten, petroleum, machines. Het oude stadsgedeelte bevindt zich in de omgeving van het Lago di Mezzo en Lago Inferiore. Hier heeft men de kerken San Lorenzo (11e eeuw), Sant Andrea (15e eeuw); de paleizen Palazzo della Ragione (13e eeuw), Palazzo Cadenazzi (12e eeuw), Palazzo Castiglioni (13e eeuw) en het vroegere paleis der Gonzaga’s (Reggia dei Gonzaga; het oudste deel is van de 13e eeuw; de Castello van de 14e eeuw), Accademia Virgiliana (museum van schilderijen en beeldhouwwerken). De stad heeft een botanische tuin en een sterrenwacht. Knooppunt van verkeerswegen en spoorlijnen. Zetel van een aartsbisschop.

GESCHIEDENIS

Mantua was oorspronkelijk Etrurisch, vanaf de 5e eeuw v.C. Gallisch en na 218 v.C. Romeins. In de 9e eeuw werd de bisschop van Mantua de machthebber. In de 11e eeuw kwam Mantua aan Mathilde van Toscane.

Na haar dood (1115) werd Mantua onafhankelijk en ontwikkelde het zich tot een bloeiende handelsstad. In 1328 maakte Lodovico Gonzaga zich meester van de macht en stichtte een dynastie (Gonzaga), waarvan de hoofdlinie in 1627 uitstierf. In de daarop volgende Mantuaanse Successieoorlog (1628–3l) zegevierde de Franse pretendent Nevers. In 1708 werd Mantua Oostenrijks. Het werd een sterke vesting, na 1814 één der belangrijkste Oostenrijkse steunpunten in Noord-Italië. Sinds 1866 maakt Mantua deel uit van Italië.

< >