Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

manoeuvreren (maneuvreren)

betekenis & definitie

[Fr.] (manoeuvreerde, heeft gemanoeuvreerd),

I. (onoverg.)
1. kunstof handgrepen uitvoeren: je moet in dit drukke verkeer goed weten te manoeuvreren;
2. gevechtsoefening houden: de troepen, de eskaders manoeuvreerden;
3. (gemeenz.) met iets manoeuvreren, ergens bewegingen mee maken, iets hanteren; omgaan met schepen zonder hulp van sleepboten; uitsluitend door gebruik van roer en schroef(ven) een schip in de gewenste positie brengen;

II. (overg.) (fig.) bewerkstelligen, draaien: hij wist het zo te manoeuvreren, dat zijn broer benoemd werd.

< >