aangenomen naam van de samensteller van een in het Frans geschreven reisverhaal uit het midden van de 14e eeuw: Les voyages de J. de Mandeville. De schrijver is ondanks vele theorieën nog onbekend.
Volgens het laatste onderzoek zou hij een Engels edelman uit Saint Albans, in dienst van de graaf van Essex zijn geweest. De schrijver geeft voor, alle door hem beschreven reizen zelf gemaakt te hebben, o.a. naar het H. Land, Klein-Azië, Voor-Indië; hiervan heeft hij waarschijnlijk alleen Palestina en Egypte bezocht; de rest is aan andere reisverhalen ontleend, gedeeltelijk gefantaseerd. Zijn werk werd aan het Engelse hof ca. 1356 geschreven en is twee eeuwen lang in West-Europa een succesboek geweest (ca. 300 handschriften en talloze drukken, waaronder vertalingen in het Duits, Engels, Deens, Italiaans, Latijn). In het Ned. bestonden er zes handschriften en 24 drukken (1470—eind 18e eeuw). Uitgave: door N.A. Cramer (1908).LITT. M.Letts, Sir J.Mandeville (1949); J.W.Bennett, The rediscovery of sir J.Mandeville (1954).