Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Man (eiland)

betekenis & definitie

(Keltisch: Mannin), Engels eiland in de Ierse Zee, 588 km2, 56300 inw. Hoofdstad: Douglas (18800 inw.).

Man is deels bergachtig. De vlakke streken bestaan deels uit hoogveen. De bevolking is gemengd Keltisch-Scandinavisch van oorsprong en spreekt nog voor een heel klein deel een Keltische taal (Manx-Gaelisch). Op Man liggen vier stadjes; de helft van de inwoners is urbaan. Bestaansmiddelen zijn akkerbouw (kleinbedrijf in het oosten (haver, gerst, aardappelen), veeteelt, visserij, toerisme (o.a. jaarlijkse motorwedstrijden om de Tourist Trophy). Man heeft een eigen grondwet en staat rechtstreeks onder de Britse Kroon. Het bestuur berust bij een wetgevende vergadering (Tynwald) bestaande uit een Legislative Council (de luitenant-gouverneur, de bisschop van Sodor en Man, de opperste rechter, de procureur-generaal en vijf leden benoemd door de House of Keys) en de House of Keys (24 voor vijf jaar rechtstreeks gekozen leden).

GESCHIEDENIS

Van Mans prehistorische bewoners getuigen nog begraafplaatsen (cronks). In de oudheid werd Man bewoond door Kelten. Deze werden in de 5e eeuw gekerstend. In de middeleeuwen behoorde Man respectievelijk aan de Noormannen, Schotland en Engeland. De Engelse Kroon schonk het in 1399 aan Henry Percy van Northumberland, in 1405 aan Lord Stanley (wiens kleinzoon graaf van Derby werd). In 1735 erfde de hertog van Atholl het eiland en verkocht het in 1775 aan de Britse regering.

LITT. R.H.Kinvig, The isle of Man, a soc., cultural and polit. hist. (1975).

< >