plantenfamilie, behorend tot de klasse Dicotyledones, ca. 10 geslachten (ruim 200 soorten) omvattend. Het zijn houtige planten, soms klimmend, die voorkomen in gematigde en tropische klimaten van Azië en Amerika.
De jonge knop is omhuld door steunblaadjes; dit hoesje valt af en laat een ringvormig litteken bij de bladvoet na. De bladeren zijn enkelvoudig, verspreid. De bloemen zijn meestal groot en opgebouwd uit veel bloemdekbladeren of uit een kelk en een kroon (kransen van drie). Er zijn veel éénhokkige vruchtbeginsels, zittend, en spiraalsgewijs op de verlengde bloemas (bloembodem) geplaatst. De vrucht is een kokervrucht of een noot. Soms is de zamelvrucht verhout en zijn de deelvruchtjes min of meer versmolten.
Het zaad, dat een kleine kiem met veel endosperm bezit, hangt vaak aan een draadvormige steel (funiculus) buiten de open vrucht. Tot de Magnoliaceae behoren veel sierheesters van het geslacht Magnolia, maar ook van het geslacht Liriodendron, die voornamelijk als sierboom en houtproducent bekend staan. Andere voorbeelden zijn nog Manglietia, Michelia, Talauma.