o., verbinding van magnesium en chloor, MgCl2.
Magnesiumchloride komt in de natuur voor als hexahydraat (MgCl2.6H20). Het kristalliseert bij gewone temperatuur uit zijn waterige oplossing. Magnesiumchloride is zeer hygroscopisch. Daardoor wordt b.v. niet geheel zuiver keukenzout in de lucht vochtig. Watervrij MgCl2 kan men verkrijgen door verhitting van MgCl2.NH4C1.6H20 of door verhitting van MgCl2.6H20 in een stroom droog waterstofchloridegas. Magnesiumchloride vormt een bladerige massa die bij 712 °C smelt. De ontleding van MgCl2 door zuurstof is een omkeerbare reactie 2 MgCl2 + 02 ⇄ 2MgO + 2Cl2.
Het evenwicht schuift naar rechts bij temperatuurverhoging, beneden 500 °C is daarbij de reactiesnelheid nog zeer klein. Magnesiumchloride wordt op grote schaal gewonnen als bijprodukt in de kaliwinning (uit het dubbelzout, KCl.MgCl2.6H20). Door toevoeging van carnalliet aan een geconcentreerde MgCl2-oplossing ontstaat een snel hard wordende brij van oxideen hydroxidezouten. Gemengd met houtzaagsel wordt deze brij als vloerbedekking (houtgraniet) toegepast.