Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

loofboom

betekenis & definitie

m. (―bomen), (ook: loofhout), éénstammige houtige plant met echte bladeren, waarvan dus de bladschijfbreedte een veelvoud is van de dikte.

In streken met een gematigd klimaat werpen de meeste loofboomsoorten de bladeren jaarlijks af (abscissie); deze soorten heten bladverliezend of loofwerpend. Een klein aantal loofboomsoorten behoudt hun bladeren diverse seizoenen. Dit laatste is regel bij subtropische en equatoriale loofbomen; deze soorten heten altijdgroen of sempervirent. Verreweg de meeste loofbomen behoren tot de Dicotyledones. Tegenhanger van de loofboom is de naaldboom.

< >