(lokte, heeft gelokt),
1. doormiddel van iets dat de zinnen streelt, met de neigingen strookt of de begeerte prikkelt, opwekken om naderbij of ergens te komen: zij lokte de hond naar zich toe;
2. (een zaak) ergens doen komen door slimheid, door een middel dat de zinnen streelt: een glimlach op de lippen lokken;
3. tot zich trekken;
4. bekoren.