[Lat., Koningswetten], verzameling wetten, reeds door de antieke overlevering (o.a. door Cicero, Ploutarchos) toegeschreven aan de opeenvolgende koningen, die Rome tot 510 v.C. regeerden. Van een bewuste wetgeving is waarschijnlijk geen sprake geweest; in hun kwaliteit van pontifex maximus hebben de koningen bepalingen van overwegend sacraalrechtelijke aard mondeling uitgevaardigd.
Deze zijn ten tijde van de Republiek opgetekend.