(Congregatio Missionis, afk. CM), m. (-en), lid van de rooms-katholieke congregatie die in 1625 door de H.
Vincentius a Paulo te Parijs (Saint-Lazare) werd gesticht en in 1633 de pauselijke goedkeuring verkreeg als congregatie van wereldpriesters.De leden van de congregatie worden lazaristen genoemd omdat zij in 1632 de priorij Lazare, een vroeger leprozenhuis, te Parijs overnamen en er hun hoofdklooster vestigden. Zij leggen de vier eenvoudige, niet-publieke geloften af (armoede, maagdelijkheid, gehoorzaamheid en stabiliteit). Het doel is zielzorg onder de armere bevolking, het geven van volksmissies, opleiding van de clerus en missioneringswerk. Een algemeen kapittel kiest een generale overste voor het leven. In Frankrijk waren zij van 1792-1804 opgeheven, daarna werden zij door Napoleon hersteld. In 1882 kwamen zij in Nederland, waar zij sinds 1921 een eigen prov. vormen, die acht kloosters bezit met ca. 250 leden.
De Ned. lazaristen zijn ook werkzaam in Brazilië, Ned. Antillen, Midden-Amerika, Chili, Taiwan, Frankrijk, Italië, Denemarken, Indonesië, Australië, de VS, Zaïre, Egypte en Ethiopië. De Belg. prov. is zelfstandig sedert 1947 en bezit vier huizen.
Als vrouwelijke tak van de orde stichtte Vincentius in samenwerking met de H. Louise de Marillac de dochters van Liefde, die ca. 42000 leden tellen en staan onder het bestuur van de generale overste van de lazaristen.
LITT. J.Delarue, Liebe sei Tat (1960); A.Dodin, Saint Vincent de Paul, Entretiens spirituels aux missionnaires (1960).