[Eng.], in de Engelse kerkbouw de kapel, gewijd aan Maria, die over het algemeen achter het oostelijk koor in de verste punt van het kerkgebouw een plaats kreeg, een zeer specifieke plaats vergeleken bij de Europese kerkbouw. Uitzonderingen hierop vormen de kathedralen van Durham en Ely.
Veelal heeft de lady chapel een rechthoekige plattegrond en een fijn uitgewerkte overwelving; zij is bereikbaar via de langs het koor voortgezette zijbeuk. In Nederland vindt men een dergelijke lady chapel in de Sint-Walburgskerk te Zutphen. LITT. A.Clifton-Taylor, The cathedrals of England (1974).